SV | [Pe.] Des HEEREN aangezicht heeft ze verdeeld. Hij zal ze voortaan niet meer aanzien; zij hebben het aangezicht der priesteren niet geeerd, zij hebben den ouden geen genade bewezen. |
WLC | פְּנֵ֤י יְהוָה֙ חִלְּקָ֔ם לֹ֥א יֹוסִ֖יף לְהַבִּיטָ֑ם פְּנֵ֤י כֹהֲנִים֙ לֹ֣א נָשָׂ֔אוּ [זְקֵנִים כ] (וּזְקֵנִ֖ים ק) לֹ֥א חָנָֽנוּ׃ ס |
Trans. | pənê JHWH ḥilləqām lō’ ywōsîf ləhabîṭām pənê ḵōhănîm lō’ nāśā’û zəqēnîm ûzəqēnîm lō’ ḥānānû: |
[Pe.] Des HEEREN aangezicht heeft ze verdeeld. Hij zal ze voortaan niet meer aanzien; zij hebben het aangezicht der priesteren niet geeerd, zij hebben den ouden geen genade bewezen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
[Pe.] Des HEEREN aangezicht heeft ze verdeeld. Hij zal ze voortaan niet meer aanzien; zij hebben het aangezicht der priesteren niet geëerd, zij hebben den ouden geen genade bewezen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!